De of het Bredaënaar? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Bredaënaar? Is het de Bredaënaar of het Bredaënaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Bredaënaar moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord Bredaënaar
Dit of deze Bredaënaar:
deze Bredaënaar
Dat of die Bredaënaar:
die Bredaënaar
Bezittelijk voornaamwoord Bredaënaar
Onze of ons Bredaënaar:
onze Bredaënaar
Jouw of jou:
jouw Bredaënaar
Elke of elk Bredaënaar?Elke Bredaënaar
Gerelateerd aan Bredaënaar