De of het Braziliaans-Portugees? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Braziliaans-Portugees? Is het de Braziliaans-Portugees of het Braziliaans-Portugees? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Braziliaans-Portugees moet gebruiken is:
Het Braziliaans-Portugees
Aanwijzend voornaamwoord Braziliaans-Portugees
Dit of deze Braziliaans-Portugees:
dit Braziliaans-Portugees
Dat of die Braziliaans-Portugees:
dat Braziliaans-Portugees
Bezittelijk voornaamwoord Braziliaans-Portugees
Onze of ons Braziliaans-Portugees:
ons Braziliaans-Portugees
Jouw of jou: jouw Braziliaans-Portugees
Elke of elk Braziliaans-Portugees? Elk Braziliaans-Portugees