De of het brandhout? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord brandhout? Is het de brandhout of het brandhout? Het juiste lidwoord dat je voor het woord brandhout moet gebruiken is:
Het brandhout
Aanwijzend voornaamwoord brandhout
Dit of deze brandhout: dit brandhout
Dat of die brandhout: dat brandhout

Bezittelijk voornaamwoord brandhout
Onze of ons brandhout: ons brandhout
Jouw of jou: jouw brandhout

Elke of elk brandhout?
Elk brandhout
Gerelateerd aan brandhout