De of het brandgevaar? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord brandgevaar? Is het de brandgevaar of het brandgevaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord brandgevaar moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord brandgevaar
Dit of deze brandgevaar:
dit brandgevaar
Dat of die brandgevaar:
dat brandgevaar
Bezittelijk voornaamwoord brandgevaar
Onze of ons brandgevaar:
ons brandgevaar
Jouw of jou:
jouw brandgevaar
Elke of elk brandgevaar?Elk brandgevaar
Gerelateerd aan brandgevaar