De of het brandbestrijder? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord brandbestrijder? Is het de brandbestrijder of het brandbestrijder? Het juiste lidwoord dat je voor het woord brandbestrijder moet gebruiken is:
De brandbestrijder
Aanwijzend voornaamwoord brandbestrijder
Dit of deze brandbestrijder: deze brandbestrijder
Dat of die brandbestrijder: die brandbestrijder

Bezittelijk voornaamwoord brandbestrijder
Onze of ons brandbestrijder: onze brandbestrijder
Jouw of jou: jouw brandbestrijder

Elke of elk brandbestrijder?
Elke brandbestrijder
Gerelateerd aan brandbestrijder