De of het bouwvergunning? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bouwvergunning? Is het de bouwvergunning of het bouwvergunning? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bouwvergunning moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord bouwvergunning
Dit of deze bouwvergunning:
deze bouwvergunning
Dat of die bouwvergunning:
die bouwvergunning
Bezittelijk voornaamwoord bouwvergunning
Onze of ons bouwvergunning:
onze bouwvergunning
Jouw of jou:
jouw bouwvergunning
Elke of elk bouwvergunning?Elke bouwvergunning
Gerelateerd aan bouwvergunning