De of het bouwmaterialenhandelaar? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bouwmaterialenhandelaar? Is het de bouwmaterialenhandelaar of het bouwmaterialenhandelaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bouwmaterialenhandelaar moet gebruiken is:
De bouwmaterialenhandelaar
Aanwijzend voornaamwoord bouwmaterialenhandelaar
Dit of deze bouwmaterialenhandelaar:
deze bouwmaterialenhandelaar
Dat of die bouwmaterialenhandelaar:
die bouwmaterialenhandelaar
Bezittelijk voornaamwoord bouwmaterialenhandelaar
Onze of ons bouwmaterialenhandelaar:
onze bouwmaterialenhandelaar
Jouw of jou: jouw bouwmaterialenhandelaar
Elke of elk bouwmaterialenhandelaar? Elke bouwmaterialenhandelaar