De of het bosgeur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bosgeur? Is het de bosgeur of het bosgeur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bosgeur moet gebruiken is:
De bosgeur
Aanwijzend voornaamwoord bosgeur
Dit of deze bosgeur: deze bosgeur
Dat of die bosgeur: die bosgeur

Bezittelijk voornaamwoord bosgeur
Onze of ons bosgeur: onze bosgeur
Jouw of jou: jouw bosgeur

Elke of elk bosgeur?
Elke bosgeur
Gerelateerd aan bosgeur