De of het bosgeest? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bosgeest? Is het de bosgeest of het bosgeest? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bosgeest moet gebruiken is:
De bosgeest
Aanwijzend voornaamwoord bosgeest
Dit of deze bosgeest: deze bosgeest
Dat of die bosgeest: die bosgeest

Bezittelijk voornaamwoord bosgeest
Onze of ons bosgeest: onze bosgeest
Jouw of jou: jouw bosgeest

Elke of elk bosgeest?
Elke bosgeest
Gerelateerd aan bosgeest