De of het bosbeekjuffer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bosbeekjuffer? Is het de bosbeekjuffer of het bosbeekjuffer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bosbeekjuffer moet gebruiken is:
De bosbeekjuffer
Aanwijzend voornaamwoord bosbeekjuffer
Dit of deze bosbeekjuffer: deze bosbeekjuffer
Dat of die bosbeekjuffer: die bosbeekjuffer

Bezittelijk voornaamwoord bosbeekjuffer
Onze of ons bosbeekjuffer: onze bosbeekjuffer
Jouw of jou: jouw bosbeekjuffer

Elke of elk bosbeekjuffer?
Elke bosbeekjuffer
Gerelateerd aan bosbeekjuffer