De of het borrelpraat? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord borrelpraat? Is het de borrelpraat of het borrelpraat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord borrelpraat moet gebruiken is:
De borrelpraat
Aanwijzend voornaamwoord borrelpraat
Dit of deze borrelpraat: deze borrelpraat
Dat of die borrelpraat: die borrelpraat

Bezittelijk voornaamwoord borrelpraat
Onze of ons borrelpraat: onze borrelpraat
Jouw of jou: jouw borrelpraat

Elke of elk borrelpraat?
Elke borrelpraat
Gerelateerd aan borrelpraat