De of het boommarter? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord boommarter? Is het de boommarter of het boommarter? Het juiste lidwoord dat je voor het woord boommarter moet gebruiken is:
De boommarter
Aanwijzend voornaamwoord boommarter
Dit of deze boommarter: deze boommarter
Dat of die boommarter: die boommarter

Bezittelijk voornaamwoord boommarter
Onze of ons boommarter: onze boommarter
Jouw of jou: jouw boommarter

Elke of elk boommarter?
Elke boommarter
Gerelateerd aan boommarter