De of het boogschieten? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord boogschieten? Is het de boogschieten of het boogschieten? Het juiste lidwoord dat je voor het woord boogschieten moet gebruiken is:
Het boogschieten
Aanwijzend voornaamwoord boogschieten
Dit of deze boogschieten: dit boogschieten
Dat of die boogschieten: dat boogschieten

Bezittelijk voornaamwoord boogschieten
Onze of ons boogschieten: ons boogschieten
Jouw of jou: jouw boogschieten

Elke of elk boogschieten?
Elk boogschieten
Gerelateerd aan boogschieten