De of het boetpreek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord boetpreek? Is het de boetpreek of het boetpreek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord boetpreek moet gebruiken is:
De boetpreek
Aanwijzend voornaamwoord boetpreek
Dit of deze boetpreek: deze boetpreek
Dat of die boetpreek: die boetpreek

Bezittelijk voornaamwoord boetpreek
Onze of ons boetpreek: onze boetpreek
Jouw of jou: jouw boetpreek

Elke of elk boetpreek?
Elke boetpreek
Gerelateerd aan boetpreek