De of het boerenkind? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord boerenkind? Is het de boerenkind of het boerenkind? Het juiste lidwoord dat je voor het woord boerenkind moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord boerenkind
Dit of deze boerenkind:
dit boerenkind
Dat of die boerenkind:
dat boerenkind
Bezittelijk voornaamwoord boerenkind
Onze of ons boerenkind:
ons boerenkind
Jouw of jou:
jouw boerenkind
Elke of elk boerenkind?Elk boerenkind
Gerelateerd aan boerenkind