De of het bloeitijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bloeitijd? Is het de bloeitijd of het bloeitijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bloeitijd moet gebruiken is:
De bloeitijd
Aanwijzend voornaamwoord bloeitijd
Dit of deze bloeitijd: deze bloeitijd
Dat of die bloeitijd: die bloeitijd

Bezittelijk voornaamwoord bloeitijd
Onze of ons bloeitijd: onze bloeitijd
Jouw of jou: jouw bloeitijd

Elke of elk bloeitijd?
Elke bloeitijd
Gerelateerd aan bloeitijd