De of het bloedsuiker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bloedsuiker? Is het de bloedsuiker of het bloedsuiker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bloedsuiker moet gebruiken is:
De bloedsuiker
Aanwijzend voornaamwoord bloedsuiker
Dit of deze bloedsuiker: deze bloedsuiker
Dat of die bloedsuiker: die bloedsuiker

Bezittelijk voornaamwoord bloedsuiker
Onze of ons bloedsuiker: onze bloedsuiker
Jouw of jou: jouw bloedsuiker

Elke of elk bloedsuiker?
Elke bloedsuiker
Gerelateerd aan bloedsuiker