De of het blindganger? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord blindganger? Is het de blindganger of het blindganger? Het juiste lidwoord dat je voor het woord blindganger moet gebruiken is:
De blindganger
Aanwijzend voornaamwoord blindganger
Dit of deze blindganger: deze blindganger
Dat of die blindganger: die blindganger

Bezittelijk voornaamwoord blindganger
Onze of ons blindganger: onze blindganger
Jouw of jou: jouw blindganger

Elke of elk blindganger?
Elke blindganger
Gerelateerd aan blindganger