Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord blinddoek? Is het de blinddoek of het blinddoek? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord blinddoek kunt gebruiken zijn:
De blinddoekHet blinddoek
Aanwijzend voornaamwoord blinddoek
Dit of deze blinddoek:
dit blinddoek / deze blinddoek
Dat of die blinddoek:
dat blinddoek / die blinddoek
Bezittelijk voornaamwoord blinddoek
Onze of ons blinddoek:
onze blinddoek / ons blinddoek
Jouw of jou: jouw blinddoek
Elke of elk blinddoek? Elke blinddoek / elk blinddoek