De of het bleuheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bleuheid? Is het de bleuheid of het bleuheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bleuheid moet gebruiken is:
De bleuheid
Aanwijzend voornaamwoord bleuheid
Dit of deze bleuheid: deze bleuheid
Dat of die bleuheid: die bleuheid

Bezittelijk voornaamwoord bleuheid
Onze of ons bleuheid: onze bleuheid
Jouw of jou: jouw bleuheid

Elke of elk bleuheid?
Elke bleuheid
Gerelateerd aan bleuheid