De of het blessure? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord blessure? Is het de blessure of het blessure? Het juiste lidwoord dat je voor het woord blessure moet gebruiken is:
De blessure
Aanwijzend voornaamwoord blessure
Dit of deze blessure: deze blessure
Dat of die blessure: die blessure

Bezittelijk voornaamwoord blessure
Onze of ons blessure: onze blessure
Jouw of jou: jouw blessure

Elke of elk blessure?
Elke blessure
Gerelateerd aan blessure