De of het biologielokaal? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord biologielokaal? Is het de biologielokaal of het biologielokaal? Het juiste lidwoord dat je voor het woord biologielokaal moet gebruiken is:
Het biologielokaal
Aanwijzend voornaamwoord biologielokaal
Dit of deze biologielokaal: dit biologielokaal
Dat of die biologielokaal: dat biologielokaal

Bezittelijk voornaamwoord biologielokaal
Onze of ons biologielokaal: ons biologielokaal
Jouw of jou: jouw biologielokaal

Elke of elk biologielokaal?
Elk biologielokaal
Gerelateerd aan biologielokaal