De of het biochemie? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord biochemie? Is het de biochemie of het biochemie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord biochemie moet gebruiken is:
De biochemie
Aanwijzend voornaamwoord biochemie
Dit of deze biochemie: deze biochemie
Dat of die biochemie: die biochemie

Bezittelijk voornaamwoord biochemie
Onze of ons biochemie: onze biochemie
Jouw of jou: jouw biochemie

Elke of elk biochemie?
Elke biochemie
Gerelateerd aan biochemie