De of het bio-equivalent? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bio-equivalent? Is het de bio-equivalent of het bio-equivalent? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bio-equivalent moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord bio-equivalent
Dit of deze bio-equivalent:
dit bio-equivalent
Dat of die bio-equivalent:
dat bio-equivalent
Bezittelijk voornaamwoord bio-equivalent
Onze of ons bio-equivalent:
ons bio-equivalent
Jouw of jou:
jouw bio-equivalent
Elke of elk bio-equivalent?Elk bio-equivalent
Gerelateerd aan bio-equivalent