De of het billeteur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord billeteur? Is het de billeteur of het billeteur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord billeteur moet gebruiken is:
De billeteur
Aanwijzend voornaamwoord billeteur
Dit of deze billeteur: deze billeteur
Dat of die billeteur: die billeteur

Bezittelijk voornaamwoord billeteur
Onze of ons billeteur: onze billeteur
Jouw of jou: jouw billeteur

Elke of elk billeteur?
Elke billeteur
Gerelateerd aan billeteur