De of het bijbellezenaar? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bijbellezenaar? Is het de bijbellezenaar of het bijbellezenaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bijbellezenaar moet gebruiken is:
De bijbellezenaar
Aanwijzend voornaamwoord bijbellezenaar
Dit of deze bijbellezenaar: deze bijbellezenaar
Dat of die bijbellezenaar: die bijbellezenaar

Bezittelijk voornaamwoord bijbellezenaar
Onze of ons bijbellezenaar: onze bijbellezenaar
Jouw of jou: jouw bijbellezenaar

Elke of elk bijbellezenaar?
Elke bijbellezenaar
Gerelateerd aan bijbellezenaar