De of het biefstuk? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord biefstuk? Is het de biefstuk of het biefstuk? Het juiste lidwoord dat je voor het woord biefstuk moet gebruiken is:
De biefstuk
Aanwijzend voornaamwoord biefstuk
Dit of deze biefstuk: deze biefstuk
Dat of die biefstuk: die biefstuk

Bezittelijk voornaamwoord biefstuk
Onze of ons biefstuk: onze biefstuk
Jouw of jou: jouw biefstuk

Elke of elk biefstuk?
Elke biefstuk
Gerelateerd aan biefstuk