De of het biecht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord biecht? Is het de biecht of het biecht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord biecht moet gebruiken is:
De biecht
Aanwijzend voornaamwoord biecht
Dit of deze biecht: deze biecht
Dat of die biecht: die biecht

Bezittelijk voornaamwoord biecht
Onze of ons biecht: onze biecht
Jouw of jou: jouw biecht

Elke of elk biecht?
Elke biecht
Gerelateerd aan biecht