De of het bidplaats? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bidplaats? Is het de bidplaats of het bidplaats? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bidplaats moet gebruiken is:
De bidplaats
Aanwijzend voornaamwoord bidplaats
Dit of deze bidplaats: deze bidplaats
Dat of die bidplaats: die bidplaats

Bezittelijk voornaamwoord bidplaats
Onze of ons bidplaats: onze bidplaats
Jouw of jou: jouw bidplaats

Elke of elk bidplaats?
Elke bidplaats
Gerelateerd aan bidplaats