De of het bicarbonaat? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bicarbonaat? Is het de bicarbonaat of het bicarbonaat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bicarbonaat moet gebruiken is:
Het bicarbonaat
Aanwijzend voornaamwoord bicarbonaat
Dit of deze bicarbonaat: dit bicarbonaat
Dat of die bicarbonaat: dat bicarbonaat

Bezittelijk voornaamwoord bicarbonaat
Onze of ons bicarbonaat: ons bicarbonaat
Jouw of jou: jouw bicarbonaat

Elke of elk bicarbonaat?
Elk bicarbonaat
Gerelateerd aan bicarbonaat