De of het bezoekrecht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bezoekrecht? Is het de bezoekrecht of het bezoekrecht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bezoekrecht moet gebruiken is:
Het bezoekrecht
Aanwijzend voornaamwoord bezoekrecht
Dit of deze bezoekrecht: dit bezoekrecht
Dat of die bezoekrecht: dat bezoekrecht

Bezittelijk voornaamwoord bezoekrecht
Onze of ons bezoekrecht: ons bezoekrecht
Jouw of jou: jouw bezoekrecht

Elke of elk bezoekrecht?
Elk bezoekrecht
Gerelateerd aan bezoekrecht