De of het bezinking? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bezinking? Is het de bezinking of het bezinking? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bezinking moet gebruiken is:
De bezinking
Aanwijzend voornaamwoord bezinking
Dit of deze bezinking: deze bezinking
Dat of die bezinking: die bezinking

Bezittelijk voornaamwoord bezinking
Onze of ons bezinking: onze bezinking
Jouw of jou: jouw bezinking

Elke of elk bezinking?
Elke bezinking
Gerelateerd aan bezinking