De of het bezienswaardigheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bezienswaardigheid? Is het de bezienswaardigheid of het bezienswaardigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bezienswaardigheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord bezienswaardigheid
Dit of deze bezienswaardigheid:
deze bezienswaardigheid
Dat of die bezienswaardigheid:
die bezienswaardigheid
Bezittelijk voornaamwoord bezienswaardigheid
Onze of ons bezienswaardigheid:
onze bezienswaardigheid
Jouw of jou:
jouw bezienswaardigheid
Elke of elk bezienswaardigheid?Elke bezienswaardigheid
Gerelateerd aan bezienswaardigheid