De of het berghoogte? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord berghoogte? Is het de berghoogte of het berghoogte? Het juiste lidwoord dat je voor het woord berghoogte moet gebruiken is:
De berghoogte
Aanwijzend voornaamwoord berghoogte
Dit of deze berghoogte: deze berghoogte
Dat of die berghoogte: die berghoogte

Bezittelijk voornaamwoord berghoogte
Onze of ons berghoogte: onze berghoogte
Jouw of jou: jouw berghoogte

Elke of elk berghoogte?
Elke berghoogte
Gerelateerd aan berghoogte