De of het Berau-Maleis? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Berau-Maleis? Is het de Berau-Maleis of het Berau-Maleis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Berau-Maleis moet gebruiken is:
Het Berau-Maleis
Aanwijzend voornaamwoord Berau-Maleis
Dit of deze Berau-Maleis: dit Berau-Maleis
Dat of die Berau-Maleis: dat Berau-Maleis

Bezittelijk voornaamwoord Berau-Maleis
Onze of ons Berau-Maleis: ons Berau-Maleis
Jouw of jou: jouw Berau-Maleis

Elke of elk Berau-Maleis?
Elk Berau-Maleis
Gerelateerd aan Berau-Maleis