De of het belkaart? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord belkaart? Is het de belkaart of het belkaart? Het juiste lidwoord dat je voor het woord belkaart moet gebruiken is:
De belkaart
Aanwijzend voornaamwoord belkaart
Dit of deze belkaart: deze belkaart
Dat of die belkaart: die belkaart

Bezittelijk voornaamwoord belkaart
Onze of ons belkaart: onze belkaart
Jouw of jou: jouw belkaart

Elke of elk belkaart?
Elke belkaart
Gerelateerd aan belkaart