De of het bejaardenpas? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bejaardenpas? Is het de bejaardenpas of het bejaardenpas? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bejaardenpas moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord bejaardenpas
Dit of deze bejaardenpas:
deze bejaardenpas
Dat of die bejaardenpas:
die bejaardenpas
Bezittelijk voornaamwoord bejaardenpas
Onze of ons bejaardenpas:
onze bejaardenpas
Jouw of jou:
jouw bejaardenpas
Elke of elk bejaardenpas?Elke bejaardenpas
Gerelateerd aan bejaardenpas