De of het behulp? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord behulp? Is het de behulp of het behulp? Het juiste lidwoord dat je voor het woord behulp moet gebruiken is:
Het behulp
Aanwijzend voornaamwoord behulp
Dit of deze behulp: dit behulp
Dat of die behulp: dat behulp

Bezittelijk voornaamwoord behulp
Onze of ons behulp: ons behulp
Jouw of jou: jouw behulp

Elke of elk behulp?
Elk behulp
Gerelateerd aan behulp