De of het begrotingssaldo? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord begrotingssaldo? Is het de begrotingssaldo of het begrotingssaldo? Het juiste lidwoord dat je voor het woord begrotingssaldo moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord begrotingssaldo
Dit of deze begrotingssaldo:
dit begrotingssaldo
Dat of die begrotingssaldo:
dat begrotingssaldo
Bezittelijk voornaamwoord begrotingssaldo
Onze of ons begrotingssaldo:
ons begrotingssaldo
Jouw of jou:
jouw begrotingssaldo
Elke of elk begrotingssaldo?Elk begrotingssaldo
Gerelateerd aan begrotingssaldo