De of het begoochelaar? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord begoochelaar? Is het de begoochelaar of het begoochelaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord begoochelaar moet gebruiken is:
De begoochelaar
Aanwijzend voornaamwoord begoochelaar
Dit of deze begoochelaar: deze begoochelaar
Dat of die begoochelaar: die begoochelaar

Bezittelijk voornaamwoord begoochelaar
Onze of ons begoochelaar: onze begoochelaar
Jouw of jou: jouw begoochelaar

Elke of elk begoochelaar?
Elke begoochelaar
Gerelateerd aan begoochelaar