De of het beginselloosheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord beginselloosheid? Is het de beginselloosheid of het beginselloosheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord beginselloosheid moet gebruiken is:
De beginselloosheid
Aanwijzend voornaamwoord beginselloosheid
Dit of deze beginselloosheid: deze beginselloosheid
Dat of die beginselloosheid: die beginselloosheid

Bezittelijk voornaamwoord beginselloosheid
Onze of ons beginselloosheid: onze beginselloosheid
Jouw of jou: jouw beginselloosheid

Elke of elk beginselloosheid?
Elke beginselloosheid
Gerelateerd aan beginselloosheid