De of het beenmergoedeem? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord beenmergoedeem? Is het de beenmergoedeem of het beenmergoedeem? Het juiste lidwoord dat je voor het woord beenmergoedeem moet gebruiken is:
Het beenmergoedeem
Aanwijzend voornaamwoord beenmergoedeem
Dit of deze beenmergoedeem: dit beenmergoedeem
Dat of die beenmergoedeem: dat beenmergoedeem

Bezittelijk voornaamwoord beenmergoedeem
Onze of ons beenmergoedeem: ons beenmergoedeem
Jouw of jou: jouw beenmergoedeem

Elke of elk beenmergoedeem?
Elk beenmergoedeem
Gerelateerd aan beenmergoedeem