De of het beëlzebub? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord beëlzebub? Is het de beëlzebub of het beëlzebub? Het juiste lidwoord dat je voor het woord beëlzebub moet gebruiken is:
De beëlzebub
Aanwijzend voornaamwoord beëlzebub
Dit of deze beëlzebub: deze beëlzebub
Dat of die beëlzebub: die beëlzebub

Bezittelijk voornaamwoord beëlzebub
Onze of ons beëlzebub: onze beëlzebub
Jouw of jou: jouw beëlzebub

Elke of elk beëlzebub?
Elke beëlzebub
Gerelateerd aan beëlzebub