De of het bedtijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bedtijd? Is het de bedtijd of het bedtijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bedtijd moet gebruiken is:
De bedtijd
Aanwijzend voornaamwoord bedtijd
Dit of deze bedtijd: deze bedtijd
Dat of die bedtijd: die bedtijd

Bezittelijk voornaamwoord bedtijd
Onze of ons bedtijd: onze bedtijd
Jouw of jou: jouw bedtijd

Elke of elk bedtijd?
Elke bedtijd
Gerelateerd aan bedtijd