De of het beaujolais? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord beaujolais? Is het de beaujolais of het beaujolais? Het juiste lidwoord dat je voor het woord beaujolais moet gebruiken is:
De beaujolais
Aanwijzend voornaamwoord beaujolais
Dit of deze beaujolais: deze beaujolais
Dat of die beaujolais: die beaujolais

Bezittelijk voornaamwoord beaujolais
Onze of ons beaujolais: onze beaujolais
Jouw of jou: jouw beaujolais

Elke of elk beaujolais?
Elke beaujolais
Gerelateerd aan beaujolais