De of het bankwerker? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bankwerker? Is het de bankwerker of het bankwerker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bankwerker moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord bankwerker
Dit of deze bankwerker:
deze bankwerker
Dat of die bankwerker:
die bankwerker
Bezittelijk voornaamwoord bankwerker
Onze of ons bankwerker:
onze bankwerker
Jouw of jou:
jouw bankwerker
Elke of elk bankwerker?Elke bankwerker
Gerelateerd aan bankwerker