De of het badschuim? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord badschuim? Is het de badschuim of het badschuim? Het juiste lidwoord dat je voor het woord badschuim moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord badschuim
Dit of deze badschuim:
dit badschuim
Dat of die badschuim:
dat badschuim
Bezittelijk voornaamwoord badschuim
Onze of ons badschuim:
ons badschuim
Jouw of jou:
jouw badschuim
Elke of elk badschuim?Elk badschuim
Gerelateerd aan badschuim