De of het badkamerspiegel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord badkamerspiegel? Is het de badkamerspiegel of het badkamerspiegel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord badkamerspiegel moet gebruiken is:
De badkamerspiegel
Aanwijzend voornaamwoord badkamerspiegel
Dit of deze badkamerspiegel: deze badkamerspiegel
Dat of die badkamerspiegel: die badkamerspiegel

Bezittelijk voornaamwoord badkamerspiegel
Onze of ons badkamerspiegel: onze badkamerspiegel
Jouw of jou: jouw badkamerspiegel

Elke of elk badkamerspiegel?
Elke badkamerspiegel
Gerelateerd aan badkamerspiegel