De of het bad? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bad? Is het de bad of het bad? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bad moet gebruiken is:
Het bad
Aanwijzend voornaamwoord bad
Dit of deze bad: dit bad
Dat of die bad: dat bad

Bezittelijk voornaamwoord bad
Onze of ons bad: ons bad
Jouw of jou: jouw bad

Elke of elk bad?
Elk bad
Gerelateerd aan bad