De of het bacterie? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord bacterie? Is het de bacterie of het bacterie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord bacterie moet gebruiken is:
De bacterie
Aanwijzend voornaamwoord bacterie
Dit of deze bacterie: deze bacterie
Dat of die bacterie: die bacterie

Bezittelijk voornaamwoord bacterie
Onze of ons bacterie: onze bacterie
Jouw of jou: jouw bacterie

Elke of elk bacterie?
Elke bacterie
Gerelateerd aan bacterie